1.3.4 Verwachte ontwikkeling van de reserves in 2021
Het werken met bestemmingsreserves is kenmerkend voor organisaties zonder winstoogmerk in het algemeen en voor overheidsorganisaties in het bijzonder. Bij deze organisaties staat immers niet het maken van winst en daarmee de groei van het eigen vermogen centraal, maar het behalen van bepaalde maatschappelijke doelen. Dit soort doelen is vaak zo groot en ingewikkeld, dat ze niet in één jaar te bereiken zijn. Denk bijvoorbeeld maar aan de ontwikkeling van een vitaal landelijk gebied of de verbetering van de bereikbaarheid van onze provincie. Hierbij is het dus nodig om geld meerjarig beschikbaar te houden. In lijn met de door uw Staten vastgestelde Nota Reserves en voorzieningen (2018) is het uitgangspunt om deze lasten (en investeringsbedragen) zo veel mogelijk via de exploitatie te laten verlopen en zo min mogelijk te werken met reserves. Alleen wanneer dat niet mogelijk is, ligt de inzet van bestemmingsreserves voor de hand. Daarbij geldt als minimale omvang een bedrag van € 1 miljoen.
Ook in het jaar 2021 is sprake van omvangrijke financiële mutaties die via de reserves worden afgewikkeld. Ná verwerking van de voorgestelde begrotingswijzigingen in deze Slotwijziging gaat het om € 224 miljoen aan onttrekkingen, waarvan € 195 miljoen betrekking heeft op het lopende jaar. Het resterende deel van € 29 miljoen betreft de verwerking van de resultaatbestemmingen uit de jaarstukken 2020. Daarnaast wordt er in de diverse reserves een bedrag gestort van € 200 miljoen, waarvan € 157 miljoen betrekking heeft op het lopende jaar. Het resterende deel van € 43 miljoen[1] betreft de verwerking van de resultaatbestemmingen uit de jaarstukken 2020.
In onderstaande tabel is inzichtelijk gemaakt welke bedragen er zijn begroot om in de verschillende reserves te worden gestort en/of daaraan te onttrekken. Diverse bestemmingsreserves zijn gemarkeerd met een asterisk (*), om duidelijk te maken dat deze worden opgeheven. Verder geldt dat enkele reserves per eind 2021 naar verwachting een omvang zullen hebben die kleiner is dan het grensbedrag van € 1 miljoen. Bij de jaarstukken 2021 zullen we daarvan voorstellen om die reserves op te heffen, waarbij uiteraard oplossingsrichtingen worden voorgesteld voor financiële knelpunten die dan mogelijkerwijs ontstaan.
[1] Dit is inclusief de verwerking van het jaarrekeningresultaat 2020 à € 24,218 mln. Dit verloopt conform de verslaggevingsregels niet via een begrotingswijziging in 2021, en wijkt om die reden af van het gepresenteerde saldo aan begrote stortingen in reserves in de tabel in paragraaf 1.3.2.